vrijdag 28 oktober 2011

18 juli Seattle - Port Angeles


Dinsdag 18 juli 2006
Overnachting: KOA Port Angeles
Kosten: 81 dollar
Gereden afstand: 150 mijl



Weer vroeg wakker, maar we doen het rustig aan en het is al 8 uur als we op weg gaan naar de IHOP. Het weer is al lekker, een beetje bewolkt. Het ontbijt bevalt goed.
Als we terug zijn pakken we in. Bij de receptie krijgen we een tabel met vertrektijden van de ferries. Omdat we vrij noordelijk zitten in Seattle nemen we de ferrie van Edmonds naar Kingston – het alternatief is via Bainbridge Island, maar dan moeten we eerst het drukke centrum van Seattle in.
We nemen de I5 naar Edmonds. Daar zien we al de bordjes naar de ferry staan. De eerstvolgende afvaart is over 5 minuten. We gaan er van uit dat we die niet meer halen en dat we 45 minuten moeten wachten op de volgende, maar het is zo rustig dat we nog met gemak die van 10 uur 45 kunnen halen. Auto erop rijden en dan naar het zonnedek. Twee minuten nadat wij aan boord gegaan zijn vertrekken we. Een aantal automobilisten blijft in de auto zitten maar wij stappen uit en gaan naar het bovendek en genieten van het uitzicht en de blauwe lucht en blauwe zee. De mooie overtocht duurt zo'n vijfentwintig minuten.




Img_0517

Daarna rijden we naar Port Towsend. Hoewel de weg grotendeels langs de baai voert, zien we slechts zo nu en dan de zee tussen de bomen door. Port Townsend ligt niet helemaal op de route naar Port Angeles, maar er worden walvisvaarten georganiseerd en we willen eens kijken of dat iets is om 's middags te doen.
Port Townsend is een leuke plaats om te bekijken. De hoofdstraat ziet er leuk uit, nog helemaal in western style met veel winkeltjes en eetgelegenheden. We rijden er helemaal doorheen tot we aan het water zijn. Hier ligt het kantoortje de Puget Sound Express. De middagtour blijkt al volgeboekt. We zouden morgen nog kunnen maar dan komt ons programma voor morgen voor het Olympic NP danig in de war. Maar er valt wel wat te schuiven en de gelegenheid om walvissen te spotten zal zich niet snel weer voordoen, dus boeken we voor de tour van 10 tot 2 op woensdag.
We lopen nog even het stadje in want er zijn leuke boetiekjes gesignaleerd door de dames en ja, Judith en Marijke kopen allebei een leuk topje. Dan op zoek naar iets om te eten. In een zijstraatje vinden we Lehanie, een leuk tentje waar ze koffie (organic) en allerlei zoete heerlijkheden, maar ook soep verkopen. We drinken iets en proberen een organic muffin uit. Dat gaat er wel in.


Op weg naar de auto nog een ijsje ter afsluiting en dan rijden we door naar Port Angeles. Onze KOA voor vannacht ligt tussen Sequim (spreek uit Skim) en Port Angeles. We rijden echter eerst door naar het Olympic NP. Hier kopen we onze National Park Pass waarmee we toegang krijgen tot alle Nationale Parken. We willen vandaag nog naar de Hurricane Ridge, morgen zullen we daar geen tijd voor hebben.
Het Olympic NP bestaat uit meerdere delen die allemaal vanaf Highway 1 bereikbaar zijn. Er loopt geen weg dwars door het park maar op verschillende plaatsen zijn er zijwegen vanaf de Highway 1 die het park in lopen. De Hurricane Ridge behoort tot het berggedeelte van het park. De top van de Mount Olympic is niet erg hoog, maar omdat het zo dicht bij zee is gelegen is het relatief wel erg hoog en de weg naar de top dus lang. De andere delen waar het park beroemd om is – het regenwoud en de stranden – zullen we morgen bezoeken.
Vanaf de ingang van het park is het nog 17 mijl rijden naar het hooggelegen Visitor Center. Daar haalt Marijke een stempel voor haar boekje met stempels van Nationale Parken.






Nadat we Olympic Mountains vanaf het terras bij het Visitor Center bekeken hebben – het uitzicht is prachtig – en even iets gegeten hebben, rijden we nog zo'n 1,5 mijl door naar de parkeerplaats waar de Hurricane Hill Trail begint. Deze wandeling is zo'n 1,5 mijl lang, waarvan het laatste stuk behoorlijk klimmen is. Het is hier bewolkter dan in Port Townsend. De wolken hangen hier laag en zo nu dan waaien er flarden over het pad. Tussendoor zijn er zonnige stukken, zodat we opeens in de verte besneeuwde bergtoppen zien.
Het is een prachtig pad, met veel kleurige bloemen, steile afgronden en zo nu en dan nog stukken met sneeuw langs het pad.




     




 


 



Onderweg zien we ook een soort bever maar die weigert om geduldig te poseren, zodat we hem niet goed op de foto kunnen krijgen. Dit in tegenstelling tot enkele herten. Eén van de grotere herten moet een "grote boodschap" doen en we leren weer iets (nooit te oud om te leren). We dachten tot nu toe altijd dat herten dit net als paarden deden, oftewel onder het lopen gewoon alles laten vallen. Niet dus, dit hert doet het net als een hond. Hij gaat diep door de achterpoten en doet het gehurkt zittend. Dit tot grote hilariteit van de aanwezige toeristen.
 
Boven op de heuvel, aan het einde van de trail, wacht ons een verrassing. In de verte zien we tussen de wolken door Port Angeles en de zee, en aan de horizon Victoria Island in Canada liggen.




De terugweg omlaag loopt een stuk gemakkelijker. Nadat we weer bij de auto zijn, rijden we naar onze KOA-camping, waar we een cabin hebben gereserveerd met twee kamers. De kinderen hebben samen een kamer met elk een stapelbed en wij hebben een tweepersoonsbed. We pakken de slaapzakken uit, laden de rest van de spullen uit en rijden naar Port Angeles om daar te gaan eten.



We kiezen voor een Mexicaans restaurant. De ober die hoort dat we een vreemde taal spreken vraagt waar we vandaan komen. Als hij hoort dat we uit Nederland komen, vraagt hij of we ook Nederlands geld bij ons hebben. Als hij ziet dat we nog een biljet van vijf euro bij ons hebben, vraagt hij wat de wisselkoers is en of hij dat mag kopen. Hij spaart buitenlands geld. Het mag en voor zes dollar wisselt het biljet van eigenaar. Even later komt hij vol trots zijn verzameling laten zien. Hij heeft al Engels, Israëlisch, Mexicaans (daar komt hij vandaan) en Russisch geld. We leggen hem uit dat hij met het eurobiljet nu niet alleen Nederlands geld heeft maar ook geld van een hoop andere Europese landen. We schrijven de eurolanden voor hem op een briefje. We komen tot elf landen. Aangezien we het gevoel hebben dat er twaalf landen moeten zijn waar de euro is ingevoerd ("Ding FloF Bips" blijkt later het ezelsbruggetje te zijn en niet Ding FloP Bips zoals wij dachten; daardoor misten we Finland) zijn we tijdens het eten heel wat tijd kwijt met het bedenken wat dan dat twaalfde land moet zijn. We kunnen er niet opkomen, dus wie in Port Angeles een Mexicaanse ober tegen komt, die bij hoog en bij laag blijft beweren dat er geen twaalf maar elf landen in Europa zijn waar de euro is ingevoerd, weet dan dat dat onze schuld is.
 
Na het eten rijden we terug naar de camping. Het is nog licht genoeg om te gaan minigolfen. Martin wordt kampioen van Amerika, Marijke tweede. Judith en ik krijgen het meeste waar voor ons geld, oftewel wij hebben het vaakst mogen slaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten